Fatsoen werkt niet meer in Nederland

Als de overheid zich onbehoorlijk gedraagt, wordt fatsoen zinloos

Er was een tijd dat fatsoen de lijm van de samenleving was. We gingen ervan uit dat beleefdheid, redelijkheid en vertrouwen de basis vormden van goed bestuur én goed burgerschap. Dat als burgers zich netjes opstelden, de overheid dat ook zou doen. Maar wat als die veronderstelling niet meer klopt?

Steeds vaker lijkt de verhouding tussen overheid en burger niet langer op een gesprek, maar op een bevel. Beleidsmaatregelen worden doorgedrukt zonder overleg, kritische vragen worden weggezet als “desinformatie”, en wie bezwaar maakt, krijgt niet zelden het stempel “lastig” of “verdacht”. Ondertussen groeit de bureaucratische greep: alles moet worden geregistreerd, gecontroleerd, gemonitord en geverifieerd.

Fatsoen werkt alleen als het van twee kanten komt.
Wanneer een overheid burgers behandelt als onbetrouwbare onderdanen, dan verdwijnt de morele plicht om altijd netjes te blijven vanzelf. Niet omdat mensen plots onbeschaafd zijn geworden, maar omdat fatsoen zijn betekenis verliest als het geen wederkerigheid kent.

De overheid vraagt vertrouwen, maar luistert niet. Ze vraagt openheid, maar verbergt zelf dossiers. Ze vraagt gehoorzaamheid, maar neemt zelden verantwoordelijkheid. En zo ontstaat er een kloof: burgers die zich niet langer vertegenwoordigd voelen, maar gecontroleerd. Niet langer gehoord, maar genegeerd.

Wie zich onmachtig voelt, grijpt niet zelden naar scherpere woorden of daden. Dat is geen vrijbrief voor agressie of haat, maar het is een signaal dat beleefd protest in een muur van doofheid verdwijnt. Waar dialoog niet meer mogelijk lijkt, verdwijnt het nut van beleefdheid.

In zo’n klimaat is het logisch dat mensen hun toon verliezen. Niet uit gebrek aan beschaving, maar uit wanhoop.

Echte fatsoenlijkheid begint niet bij keurige burgers die zwijgen, maar bij overheden die eerlijk, transparant en dienstbaar zijn. Zolang macht zich onbehoorlijk gedraagt, zal beleefdheid steeds minder betekenis hebben. Want wie niet luistert, dwingt stilte af...., en stilte is geen teken van respect, maar van vermoeidheid.