Lekker druk, de nieuwe nationale religie
We leven in een tijd waarin “lekker druk” zijn bijna een ereteken is. Vraag iemand hoe het gaat en negen van de tien keer krijg je terug: “Ja, druk, druk, druk.” Alsof het een teken van succes is om de agenda tot het nokkie toe vol te hebben. Druk doen is niet alleen sociaal geaccepteerd, het is sociaal verlangd.
Mensen zijn kuddedieren, en kuddedieren kun je alles aanleren. Geef het maar een mooi label, laat een paar mensen het trots uitdragen, en voor je het weet, loopt de hele horde achter hetzelfde idee aan. De politiek weet dat al eeuwen. Zij hebben er een sport van gemaakt om ons nieuwe verplichtingen, regels en taken aan te smeren. Alles zogenaamd “voor het algemeen belang”, maar vaak slim verpakt als inkomstenbron voor de staatskas.
En wij? Wij klagen. We demonstreren. We roepen dat het anders moet. Maar de politiek weet dat dit tijdelijk is. Ze weten dat de storm wel overwaait en dat mensen uiteindelijk toch weer in de pas lopen. Het kudde-instinct wint altijd.
Ondertussen is werk dé melkkoe van de staat. Hoe meer uren we maken, hoe meer belasting er binnenkomt. En dus houdt de overheid het systeem zo dat druk zijn normaal wordt, ja zelfs iets om trots op te zijn. We houden er niet eens echt van, maar we laten graag zien hoe “bezig” we zijn. Je status wordt afgemeten aan je agenda, niet aan je glimlach.
Maar mensen lijken te vergeten dat ze niet het eeuwige leven hebben. Wat blijft er over als het einde nadert? Een CV vol targets en overuren? Een herinnering aan hoe je altijd maar onderweg was, maar zelden écht ergens aankwam?
Heb je genoten van je kinderen, of vooral van de agenda waarop hun schoolvoorstellingen tussen twee vergaderingen door stonden? Heb je gelachen met je vrienden, of alleen even snel geappt “druk, spreek je later”?
De waarheid is hard: de horde rent, maar weet vaak niet waarom. En de politiek? Die staat langs de kant, glimlachend, terwijl elke stap ons iets meer kost. Niet alleen in euro’s, maar in leven.
Misschien is het tijd om minder druk te leven, zodat we niet op ons sterfbed te laat ontdekken dat we nooit echt hebben geleefd.