Hoe betutteling ons afleert om te leven

De staat die kasplantjes maakt van burgers

We leven in een tijd waarin de overheid met de beste bedoelingen...., althans, zo wordt het naar voren gebracht...., stap voor stap het zelfdenkend vermogen van haar burgers uit handen neemt. Van geboorte tot graf wordt ons geleerd wat we moeten doen, vooral wat we niet mogen, en bovenal dat risico's koste wat kost vermeden moeten worden. Alles wordt gladgestreken, ingekaderd en ingeperkt. Maar het leven is geen strak geregisseerd toneelstuk. Het is een aaneenschakeling van vallen, opstaan, opnieuw proberen, fouten maken, leren, pijn lijden en groeien. Wie dat probeert uit te vlakken, kweekt geen weerbare mensen, maar kasplantjes die volledig afhankelijk zijn van de zorg van hun tuinman.... de overheid.

Vanaf het moment dat een kind zijn eerste stappen zet, begint het leerproces dat ‘leven’ heet. Dat betekent struikelen over drempels, van het klimrek vallen, je knieën openhalen en ja, soms zelfs eindigen in het ziekenhuis met een gebroken arm. Maar dat zijn geen fouten van de natuur of mislukkingen van de opvoeding.... het zijn lessen. Ruwe, soms pijnlijke, maar o zo waardevolle lessen. Want hoe leert een kind dat het gevaarlijk is om achteruit van een glijbaan te klimmen? Precies: door het zijn vriendje te zien doen, met de nodige gevolgen. Leren door observatie, door imitatie én door fouten. Zonder dat leer je niet echt.

De overheid ziet dat anders. Elk incident is er één te veel. Elk risico moet worden afgedicht. Neem de helmplicht. In de kern goedbedoeld: hersenletsel voorkomen, levens redden. Maar tegelijkertijd creëer je een vals gevoel van veiligheid. “Ik heb een helm op, dus ik kan best een wheelie trekken op een druk kruispunt.” En ironisch genoeg: bij een verkeerde val kan zo’n helm zelfs je nek breken, terwijl dat zonder die helm misschien niet was gebeurd. Het risico is nooit nul. Het wordt alleen verplaatst, vermomd, of verlegd naar een andere vorm van schade. Bovendien...; Wat als als je een helm daagt en er gebeurd wat waardoor je een levensgevaarlijk letsel ergens anders in je lichaam oploopt met blijvende schade? Wat komt er dan na die helmplicht? Een harnasplicht? Zo kun je wel aan de gang blijven. 

Het grotere probleem? Deze constante stroom van verplichtingen is zelden écht bedoeld om mensen te beschermen. Het draait steeds vaker om geld. Letsel betekent zorgkosten. Zorgkosten drukken op de begroting. Dus hoe voorkomen we kosten? Door mensen verplicht te beschermen. Niet voor hun welzijn, maar voor de portemonnee van de staat. En daar komt dan de verplichting...., het regeltje, het verbod. Niet als advies, niet als richtlijn, maar als wet. En wie niet meedoet, is onverantwoordelijk of erger nog: asociaal.

De vraag is: waar eindigt dit? Hoeveel lagen noppenfolie moeten we nog om het leven wikkelen voordat we niet meer leven, maar slechts bestaan onder toezicht? We leren niet meer van vallen, omdat we niet meer mogen vallen. En wie nooit leert vallen, leert ook niet opstaan. Zo ontstaan generaties die in paniek raken bij tegenslag, die wachten op ‘de overheid’ om elk probleem op te lossen, die boos worden als het leven niet eerlijk is omdat ze nooit hebben geleerd dat het dat ook nooit was.

De paradox is schrijnend: in een poging iedereen veilig te houden, maken we mensen kwetsbaarder dan ooit. Want échte veiligheid komt niet van regels of helmen, maar van mensen die hebben geleerd om te gaan met gevaar, tegenslag, verlies en pijn. Dáár zit de veerkracht. Dáár zit de levenswijsheid. Niet in een folder van de Rijksoverheid. 

Laat de mens weer mens zijn. Laat kinderen weer struikelen. Laat jongeren af en toe een domme keuze maken. Laat volwassenen zélf risico’s afwegen. En ja, laat de maatschappij accepteren dat het leven risico’s met zich meebrengt en dat dát juist is wat het leven waardevol maakt. Betutteling kweekt kasplantjes. Vrijheid kweekt mensen.