Waarom veel ouderen gezonder en fitter zijn dan jongeren
We leven in een tijd waarin gezondheid bijna een religie is geworden. Geen suiker, geen alcohol, niet roken, geen snoepjes meer in de klas bij een verjaardag. Alles moet verantwoord, met havermelk, volkorencrackers en stapels groente. Op papier klinkt dat natuurlijk prima: minder welvaartsziekten, minder overgewicht en hopelijk een langer leven. Maar als we naar de ouderen van nu kijken, valt iets op.
Veel van hen hebben hun leven lang “ongezond” geleefd naar de maatstaven van vandaag. Een borrel op zijn tijd, roken alsof het niets was, boterhammen met spek, veel zout, veel suiker. Toch halen velen van hen de 90, vaak nog in goeie gezondheid. Hoe kan het dat zij, zonder superfoods en sportscholen, zo oud worden, terwijl veel jongeren nu al worstelen met stress, overgewicht en allerlei kwalen? Worden de jongeren tot kasplantjes gemaakt?
Door alles weg te halen waar je ziek van kunt worden, door het voorkomen van diverse niet ernstige ziektes zoals een griep of een verkoudheid, en het uit de weg gaan van alles wat maar een beetje ongezond is, worden mensen en met name de jongeren vatbaarder voor alles waar de ouderen vroeger niets of weinig van merkten. Het immuunsysteem wordt verzwakt omdat het weinig meer heeft te doen. Het bouwt geen weerstand op, waardoor griepje of een verkoudheid dan ernstiger kan uitpakken of langer duren dan wanneer je niet probeert alles te voorkomen. Het overdreven veel sporten zorgt weer voor overbelasting van spieren en gewrichten wat op lange termijn ernstige problemen kan geven. En door het gebruiken van allerlei fitness drankjes met teveel "gezonde" toevoegingen en het gebruiken van spier stimulerende middelen, wordt het lichaam kunstmatig gestimuleerd om conditie en spieren op te bouwen, met als gevolg dat op lange termijn rugklachten, gewrichtsproblemen en spierproblemen kunnen voor komen.
Misschien zit gezondheid niet alleen in voeding en leefstijlregels. Natuurlijk, roken verhoogt het risico op kanker en teveel alcohol is niet goed voor je organen. Dat weten we. Maar de mens is meer dan een optelsom van risico’s. De ouderen van toen bewogen meer zonder dat het sport heette: fietsen naar werk of school, lichamelijk zwaar werk verrichten, wandelen naar de winkel. Ze leefden met een ander tempo, vaak met minder stress, zonder voortdurende prestatiedruk en digitale prikkels. Hun “ongezonde” gewoontes werden mogelijk gecompenseerd door een leven dat meer in balans was.
Vandaag de dag zien we het tegenovergestelde: jongeren die netjes hun salades eten, maar hun dagen zittend doorbrengen, vaak achter schermen, met stress en te weinig slaap. Gezond eten kan dan nog zo goed zijn, maar als je lichaam te weinig beweegt en je hoofd voortdurend onder spanning staat, schiet je er weinig mee op.
De vraag is dus: hoe gezond is gezond eigenlijk? En hoe slecht is slecht? Het antwoord lijkt minder zwart-wit dan de huidige gezondheidsnormen ons doen geloven. Misschien moeten we ophouden met elk koekje of wijntje als een doodzonde te zien, en meer kijken naar het geheel: bewegen, ontspannen, genieten, sociale contacten onderhouden, en ja...., ook gewoon af en toe zondigen.
Gezondheid is geen wiskunde, maar een evenwicht. Misschien is dat wel de grootste les van de ouderen die ons voorgingen.